Hoe is de Yorkshire Terriër ontsaan?
Hun koosnaam is 'Yorkie'.
De vader van alle Yorkshire Terriërs staat bekend als Huddersfield Ben, 1 januari 1865 – † 23 september 1871. Huddersfield Ben was een Blue en Tan kleurige Broken Haired Schotch Terriër / Toy Terriër, zijn nageslacht kreeg later, in 1874, de naam Yorkshire Terriër omdat dit ras in het gebied Yorkshire veel verbeteringen heeft ondergaan.
Tentoonstellingen
De eerste honden tentoonstelling vind plaats in 1859, in Newcastle-Upon-Tyne, Engeland. In die tijd bestond bij de Engelsen grote belangstelling voor de evolutie der soorten en ook voor die van de hond was de intresse groot.
Charles Cruft, een Engelsman, was de initiatiefnemer van wat zou uitgroeien tot de meest prestigieuze hondenshow ter wereld sinds het ontstaan van de kynologie: De beroemde Cruftsshow van London.
In de tijd van Huddersfield Ben (1867 - 1871) werden bij shows bijna alle klassen onderverdeeld in gewicht.
De klassen voor Rough Broken Haired Scotch Terriers waren minder dan 5 lbs tot 6 lbs of minder; De Toy Terriër 4 lbs tot 5 lbs of minder maar niet meer dan 6 lbs of 7 lbs;
De Blue Scotch Terriers onder de 7 lbs of 7 lbs maar niet meer dan 9 lbs.
De grootste gewichtsklasse waarin deze honden vermeld werden, was bij de Broken Haired Schotch Terriër 9 lbs en niet meer dan 12 lbs. enz.
Hieruit blijkt dat hoewel er grotere Terriërs waren, zij niet in deze klassen getoond werden op tentoonstellingen. De documenten uit deze dagen bewijzen dat de kleine omvang ook toen voor de fokkerij beschikbaar waren.
Op de show in het Crystal Palace in 1871 in Londen gehouden, toonde Mrs. Mary Foster haar honden in twee klassen, de Broken Haired Scotch Terriër en de Toy Terriër. Haar hond Huddersfield Ben (KC no. 3612), getoond in de klasse Broken Haired Scotch Terriër, werd tweede verslagen door zijn zoon, Mrs. Foster's Bruce (KC no. 3595). De derde plaats werd gewonnen door haar hond Mrs. Foster's Emperor (KC no. 3609), eveneens een zoon van Ben. Ze toonde ook honden in de klasse Broken Haired Toy Terriër onder 5 lbs. Zij wint in deze klasse de 1ste plaats met haar Little Kate (KC no. 4001). Kate was een een dochter van Huddersfield Ben. Derde in die klasse was wederom Ben's zoon, Mrs. Foster's Sandy (KC no. 4016). Mevrouw Foster won ook een 3de plaats in de klasse Broken Haired Scotch in 1873 en won alle 3 de plaatsingen met haar honden in de klasse Broken Haired Toy Terriër onder 5 lbs.
Na 1874 geregistreerden vroege pionier fokkers hun honden onder twee klassen in het eerste stamboek, klasse XXXII-Broken Haired Scotch en Yorkshire Terriër reuen en teven. Er werden zesenzeventig honden geregistreerd in deze klasse. Van deze 76 honden waren 52 eigendom of werden gefokt door bekende vroege Yorkie liefhebbers. De tweede indeling was XL Toy Terriër (Rough en Broken Haired), 45 honden werden als zodanig geregistreerd. Vijfentwintig van deze 45 honden werden weergeven in de vroege Yorkshire stambomen, sommige van hen werden geregistreerd als zonen van Huddersfield Ben.
Bij Huddersfield Ben's registratie in 1874, heeft mevrouw Foster alle voorvaderen van Ben opgenomen in de stamboom.
Hun koosnaam is 'Yorkie'.
De vader van alle Yorkshire Terriërs staat bekend als Huddersfield Ben, 1 januari 1865 – † 23 september 1871. Huddersfield Ben was een Blue en Tan kleurige Broken Haired Schotch Terriër / Toy Terriër, zijn nageslacht kreeg later, in 1874, de naam Yorkshire Terriër omdat dit ras in het gebied Yorkshire veel verbeteringen heeft ondergaan.
Tentoonstellingen
De eerste honden tentoonstelling vind plaats in 1859, in Newcastle-Upon-Tyne, Engeland. In die tijd bestond bij de Engelsen grote belangstelling voor de evolutie der soorten en ook voor die van de hond was de intresse groot.
Charles Cruft, een Engelsman, was de initiatiefnemer van wat zou uitgroeien tot de meest prestigieuze hondenshow ter wereld sinds het ontstaan van de kynologie: De beroemde Cruftsshow van London.
In de tijd van Huddersfield Ben (1867 - 1871) werden bij shows bijna alle klassen onderverdeeld in gewicht.
De klassen voor Rough Broken Haired Scotch Terriers waren minder dan 5 lbs tot 6 lbs of minder; De Toy Terriër 4 lbs tot 5 lbs of minder maar niet meer dan 6 lbs of 7 lbs;
De Blue Scotch Terriers onder de 7 lbs of 7 lbs maar niet meer dan 9 lbs.
De grootste gewichtsklasse waarin deze honden vermeld werden, was bij de Broken Haired Schotch Terriër 9 lbs en niet meer dan 12 lbs. enz.
Hieruit blijkt dat hoewel er grotere Terriërs waren, zij niet in deze klassen getoond werden op tentoonstellingen. De documenten uit deze dagen bewijzen dat de kleine omvang ook toen voor de fokkerij beschikbaar waren.
Op de show in het Crystal Palace in 1871 in Londen gehouden, toonde Mrs. Mary Foster haar honden in twee klassen, de Broken Haired Scotch Terriër en de Toy Terriër. Haar hond Huddersfield Ben (KC no. 3612), getoond in de klasse Broken Haired Scotch Terriër, werd tweede verslagen door zijn zoon, Mrs. Foster's Bruce (KC no. 3595). De derde plaats werd gewonnen door haar hond Mrs. Foster's Emperor (KC no. 3609), eveneens een zoon van Ben. Ze toonde ook honden in de klasse Broken Haired Toy Terriër onder 5 lbs. Zij wint in deze klasse de 1ste plaats met haar Little Kate (KC no. 4001). Kate was een een dochter van Huddersfield Ben. Derde in die klasse was wederom Ben's zoon, Mrs. Foster's Sandy (KC no. 4016). Mevrouw Foster won ook een 3de plaats in de klasse Broken Haired Scotch in 1873 en won alle 3 de plaatsingen met haar honden in de klasse Broken Haired Toy Terriër onder 5 lbs.
Na 1874 geregistreerden vroege pionier fokkers hun honden onder twee klassen in het eerste stamboek, klasse XXXII-Broken Haired Scotch en Yorkshire Terriër reuen en teven. Er werden zesenzeventig honden geregistreerd in deze klasse. Van deze 76 honden waren 52 eigendom of werden gefokt door bekende vroege Yorkie liefhebbers. De tweede indeling was XL Toy Terriër (Rough en Broken Haired), 45 honden werden als zodanig geregistreerd. Vijfentwintig van deze 45 honden werden weergeven in de vroege Yorkshire stambomen, sommige van hen werden geregistreerd als zonen van Huddersfield Ben.
Bij Huddersfield Ben's registratie in 1874, heeft mevrouw Foster alle voorvaderen van Ben opgenomen in de stamboom.
Huddersfield Ben. |
Mr Boscovitch' dog Eastwood's Lady |
Tomas Ramsdens's Bounce Eastwood's Lady Eastwood's Old Ben Tomas Ramsden's Young Dolly |
Tomas Ramsden's Bob
Tomas Ramsden's Old Dolly Eastwood's Old Ben Tomas Ramsden's Young Dolly Thomas Ramsden's Bounce Tomas Ramsden's Young Dolly Eastwoos's Old Sandy Tomas Ramsden's Old Dolly |
Verder terug in de tijd
Als we de lijn volgen naar de voorouders van Huddersfield Ben blijkt dat Old Sandy, de overgrootvader van Ben, en een kleinzoon van Old Crab, in 1861 op de terugweg van een show werd gestolen. In een commentaar schrijft Mr. Rawdon Lee in een modern honden rapport in 1896 over het ras: "Zij waren door enkele van de Paisley wevers naar Yorkshire gebracht en werden er bewonderd, er werd moeite gedaan om dit ras in stand te houden - Ik betreur het dat toen de informatie mij werd verstrekt door een Yorkshire Wever die op dat moment zestig jaar oud was en kort daarna stierf bijna een kwart eeuw geleden, ik niet meer gegevens kon krijgen over de honden die in zijn tijd de Schotch Terriër werden genoemd". De beschrijving van de voorouders en Mr. Lee's opmerkingen betreffen de rassen van vroegere dagen die tot 1850 teruggaan.
De heer B. Eastwood, de fokker van Ben, werd gevraagd hoe hij Old Ben en Old Sandy had gefokt, zij verschijnen aan beide zeiden van zijn stamboom, zei dat hij had vernomen dat de oorspronkelijke honden die uit Schotland door de wevers van Paisley naar Engeland waren gebracht, een ongelukje tussen een Clydesdale en een Waterside Terriër (Otter Terriër) was geweest.
Een vroeg citaat zegt: "De enige relatie die een Yorkshire Terriër met een Skye terriër heeft is door middel van haar belangrijkste voorouder de Clydesdale Terriër (of Paisley Terriër). De Paisley zou vanwege zijn kleuren een kleinere bijdrage hebben geleverd ".
Hoewel de Skye Terriër (een ras dat bekend was te hebben bestaan sinds het, voor het eerst werd beschreven in een boek in 1547) een voorouder zou kunnen worden genoemd, is het duidelijk dat het belangrijkste voorouderlijke ras de Clydesdale was.
De hoogtijdagen van de verscheidenheid van Skye rassen is voor 1850 geweest, en waarschijnlijk al ver voor die datum, zoals in 1856 werd opgemerkt "dat het ras het uitsterven naderde. Er was echter een sterke beweging om het te doen herleven ".
Kijkend naar de drie rassen die de verantwoordelijkheid voor de definitieve ontwikkeling van de Yorkshire Terriër delen, ontdekken we dat alle rassen begonnen als één ras. Dat ras werd gesplitst zodat een nieuw ras ontstond en daarna weer samengevoegd tot opnieuw een nieuw ras dit proces werd vervolgens herhaald tot de oorspronkelijke rasnamen verdwenen.
Documenten van de vroege honden vertellen dat Swift's Old Crab, een kruising Scotch Terrier, Kershaw's Kitty, een Skye en een Old Englisch Terriër teefje die werd gehouden door J. Whittam de voorouders van het huidige ras Yorkshire Terrier zijn.
De eigenaar van Old Crab woonde in Halifax en was meubelmaker (timmerman)van beroep. Hij werkte voor enige tijd bij Oldham als freelancer (ingehuurd door de dag), waarna hij naar Manchester verhuisde, om een café of herberg te runnen Of hij Old Crab bij Oldham of in Manchester kreeg is onbekend. Hij had hem in Manchester en van daar stuurde hij hem meerdere malen voor een bezoekje naar Kitty. Het laatste bezoek was in 1850. Old Crab was een hond van ongeveer 8 of 9 lbs in gewicht, met een goed Terriër hoofd en ogen, maar met een lang lichaam dat overeen komt met een Schotch Terriër. Het hoofd, de snuit en de benen waren goud gekleurd, en de haren op het lichaam waren 7 tot 10 centimeter in lengte.
Kitty was een teefje van een ander type hond dan Old Crab. Ze was een Skye Terriër met hangende oren en veel vacht met een blauwe tint maar had geen goud op het lichaam. Net als Old Crab had ze geen stamboom. Ze werd uit Manchester gestolen en naar een zadelmaker in Huddersfield gestuurd die Jackson heette, die toen het bekend werd dat er in Manchester een 5 pond beloning voor haar werd uitgeloofd, haar naar een persoon met de naam Harrison stuurde zodat hij kon ontsnappen aan ontdekking. Van Harrison kwam ze in handen van J. Kershaw in Bisschop Blaise. Voorafgaand aan 1851, en dus voordat zij werd gestolen, had Kitty zes nesten die waarschijnlijk allemaal van Old Crab waren. In deze zes nesten kreeg ze zesendertig puppy's, achtentwintig hiervan waren reuen die het district bevoorraadde met een stijgend aantal dekreuen. Na 1851 toen ze uiteindelijk in het bezit van Mr. Jagger was gekomen kreeg ze nog vierenveertig puppy's, zodat ze een totaal van tachtig puppy's heeft gekregen.
Mr. Whittams teef, wiens naam onbekend is, was een Old English Terriër met een gouden hoofd, oren en benen, en een soort grauwe (blauwe) rug. Net als de anderen had ook zij geen stamboom. Ze werd naar Bernard Hartley van Allen Gate in Halifax gestuurd door een vriend die in Schotland woonde. Toen Mr Hartley genoeg van haar had gaf hij haar aan zijn Koetsier Mason, die haar op zijn beurt doorgaf aan zijn vriend Whittam. Whittam gebruikte haar voor fokdoeleinden. Hoewel dit teefje uit Schotland kwam, wordt geloofd dat haar ouders uit de omgeving kwamen.
De heer Ed Bootman, een bekende vroege liefhebber publiceerde een artikel in 'The English Stockeeper', die in 1887 werd geprint. In dit artikel gaf de heer Bootman een volledige beschrijving van de vroege honden die betrokken waren bij Huddersfield Ben's stamboom.
Mr. Bootman gaf dezelfde feiten aan Mr. Peter Coombs voor zijn artikel over het ras in 'The American Book of The Dog' gepubliceerd in 1891.
Mr. Coombs wordt geciteerd uit zijn boek...
"Deze geschiedenis, hoewel deze in 1887 werd gepubliceerd in The English Stockeeper is nooit publiekelijk in twijfel getrokken."
Mr. Coombs eerste Yorkie staat bekend als American Kennel Club kampioen Ch. Bradford Harry. Dit was een achterkleinzoon van Huddersfield Ben.
In 1891 spreekt Mrs. Foster van Bradford Hero, winnaar van 97 1e prijzen "de stamboom van Hero omvat de beste honden van haar dagen. Vijfendertig jaar geleden werden ze oorspronkelijk gefokt uit Scotch Terriers en als zodanig tentoongesteld tot een paar jaar geleden. De naam Yorkshire Terrier werd aan hen werd gegeven omdat het ras zo veel verbeterd was in Yorkshire."
De heer Sam Jessop heeft in zijn eerste boek uitsluitend geschreven over het ras, de Yorkshire Terriër, gepubliceerd in 1902 hij zegt: "Huddersfield Ben heeft de titel 'vader van de gebroken Haired Scotch' en 'Yorkshire Terriers' gekregen, stambomen van zijn nageslacht bewijzen dit. Hij was geen reclame materiaal, maar het resultaat van de producenten van het ras. Ben was helemaal in-cross en gaf de beste factoren aan zijn nageslacht door. Zijn verdiensten als showhond gaven hem een groot aantal verzoeken als dekreu, en gelukkig bezat hij de zeldzame eigenschap van de overdracht van zijn deugden aan zijn nakomelingen. Hij was een groot sire, een van die dieren die de geschiedenis van het ras heeft gesteld en wiens invloed duidelijk is in de generaties nadat zijn voorlopers zijn heengegaan".
Tot op de dag van vandaag stamt elke Yorkshire Terriër van hem af, meestal via tien van zijn zonen en een dochter. De meest prominente zijn Huddersfield Ben II, Old Royal, Emperor, Bismarc, Hirst's Peter, Bruce en zijn nest broer Mozart, de enige dochter is Old Alice.
Sky Terriër
Als eerste hebben we Skye Terriër welke als zodanig bekend was sinds 1576. Lange tijd bestonden er binnen dit ras twee soorten vacht;
De lange harde harige vacht, en de lange zijdeachtige vacht.
De toen toegestane kleuren waren donker of licht blauw, grijs of lichtbruin met zwarte punten. Met het verstrijken van de tijd ontstonden er hondententoonstellingen en werden zij allen getoond als Broken Haired Scotch Terriers zelfs degenen met de zijdeachtige blauw en gouden vacht.
Na verloop van tijd ontstond er een klasse voor alleen de Skye Terriër. Waarna wrijving ontstond tussen de Skye Terriër liefhebbers over de vraag welke vacht textuur juist was voor dit ras. Na veel twisten werden de zijdeachtige blauw en tan vachten, en alle blauwe zijdeachtige vachten niet meer toegestaan, deels omdat zij voortdurend de prijzen boven de harde gecoate hond wonnen.
De fokkers van de zijdeachtige vacht variëteiten wilden hun honden blijven tentoonstellen en blijven fokken. Daarom hernoemde ze de honden Clydesdale (blauw en tan) en Paisley (alleen blauw). Zo ontstonden twee nieuwe rassen. De Clydesdale draagt alle punten die de basis legde voor de Yorkshire Terriër. Zij hadden de juiste vacht textuur, de gewenste kleuren en hun juiste plaatsing.
Old English Terriër
In de 18e eeuw waren de English Old Terriërs ook bekend als de Black Terriër, deze was ontwikkeld in twee soorten, de Rough Coated Black Terriër en de Smooth Coated Black Terriër. De Rough Coated Black Terriër was kreeg deze naam in Engeland tijdens de 17e en 18e eeuw. De Smooth Coated Black Terriër was waarschijnlijk het gevolg van kruisen tussen de Rough Coated Black Terriër, andere Smooth-Coated Terriers en andere Smooth-Coated Engelse rassen. In de mid tot eind 18e eeuw werd het type Smooth Coated Black Terriër vastgesteld. De oude Engelse Terriër werd ontwikkeld en geselecteerd op basis van het werk waar het specifiek nodig voor was, en dit leidde tot variaties in lichaam, vacht en grootte.
Broken Haired Schotch Terriër
De Broken Haired Schotch Terriër, heeft zijn oorsprong in Schotland zoals word gesuggereerd door zijn naam, en is een lid van de groep Terriër. Wat niet word gerealiseerd, is dat er tot rond 1800 geen specifieke soorten Terriers waren. Ze werden losjes gegroepeerd als lange benen of korte poten. Elke regio fokte een eigen type, dat is hoe we nu de Cairn Terriër, de West Highland White, de Dandie Dinmont en de Schotse Terriër hebben. De Broken Haired Schotch Terriër wordt beschouwd als voorouder van de drie andere Terriers. De Dandie Dinmont was de eerste van deze Terriers om zich te onderscheiden als afzonderlijk ras. De overige drie waren gegroepeerd tot 1917, toen de Kennel Club van Groot-Brittannië kruising verbood. Er wordt aangenomen dat tot die tijd alle drie de typen konden worden gevonden in een één nest.
Wat voor ogen moet worden gehouden, is dat bij de vroegere fokpraktijken niets wetenschappelijk was.
Andere kleuren
Tegenwoordig komt de Yorkshire Terriër in verschillende kleuren voor. Doordat zijn voorouders niet allemaal uitsluitend Blue en Tan waren maar soms ook zwart, bruin of wit kwam het voor dat een pup niet de door de standaard voorgeschreven kleuren bevatte. Deze pups met andere kleuren werden zonder stamboom verkocht. Dit is door de jaren heen zo gegaan tot bijna 100 jaar na het verkrijgen van de officiële naam, een pup met wit werd geboren in een nest bij een fokker die dit wel erg mooi vond en met deze hond een selectief fokprogramma is gestart. Door een recessief gen die steeds was overgedragen op het nageslacht, zijn ook de andere kleuren ontstaan. Wij hopen met het oprichten van deze vereniging deze verschillende kleuren, net als de Yorkshire Terriër erkent zullen worden door Ministeries en organen als FCI, AKC en VDH.
Als we de lijn volgen naar de voorouders van Huddersfield Ben blijkt dat Old Sandy, de overgrootvader van Ben, en een kleinzoon van Old Crab, in 1861 op de terugweg van een show werd gestolen. In een commentaar schrijft Mr. Rawdon Lee in een modern honden rapport in 1896 over het ras: "Zij waren door enkele van de Paisley wevers naar Yorkshire gebracht en werden er bewonderd, er werd moeite gedaan om dit ras in stand te houden - Ik betreur het dat toen de informatie mij werd verstrekt door een Yorkshire Wever die op dat moment zestig jaar oud was en kort daarna stierf bijna een kwart eeuw geleden, ik niet meer gegevens kon krijgen over de honden die in zijn tijd de Schotch Terriër werden genoemd". De beschrijving van de voorouders en Mr. Lee's opmerkingen betreffen de rassen van vroegere dagen die tot 1850 teruggaan.
De heer B. Eastwood, de fokker van Ben, werd gevraagd hoe hij Old Ben en Old Sandy had gefokt, zij verschijnen aan beide zeiden van zijn stamboom, zei dat hij had vernomen dat de oorspronkelijke honden die uit Schotland door de wevers van Paisley naar Engeland waren gebracht, een ongelukje tussen een Clydesdale en een Waterside Terriër (Otter Terriër) was geweest.
Een vroeg citaat zegt: "De enige relatie die een Yorkshire Terriër met een Skye terriër heeft is door middel van haar belangrijkste voorouder de Clydesdale Terriër (of Paisley Terriër). De Paisley zou vanwege zijn kleuren een kleinere bijdrage hebben geleverd ".
Hoewel de Skye Terriër (een ras dat bekend was te hebben bestaan sinds het, voor het eerst werd beschreven in een boek in 1547) een voorouder zou kunnen worden genoemd, is het duidelijk dat het belangrijkste voorouderlijke ras de Clydesdale was.
De hoogtijdagen van de verscheidenheid van Skye rassen is voor 1850 geweest, en waarschijnlijk al ver voor die datum, zoals in 1856 werd opgemerkt "dat het ras het uitsterven naderde. Er was echter een sterke beweging om het te doen herleven ".
Kijkend naar de drie rassen die de verantwoordelijkheid voor de definitieve ontwikkeling van de Yorkshire Terriër delen, ontdekken we dat alle rassen begonnen als één ras. Dat ras werd gesplitst zodat een nieuw ras ontstond en daarna weer samengevoegd tot opnieuw een nieuw ras dit proces werd vervolgens herhaald tot de oorspronkelijke rasnamen verdwenen.
Documenten van de vroege honden vertellen dat Swift's Old Crab, een kruising Scotch Terrier, Kershaw's Kitty, een Skye en een Old Englisch Terriër teefje die werd gehouden door J. Whittam de voorouders van het huidige ras Yorkshire Terrier zijn.
De eigenaar van Old Crab woonde in Halifax en was meubelmaker (timmerman)van beroep. Hij werkte voor enige tijd bij Oldham als freelancer (ingehuurd door de dag), waarna hij naar Manchester verhuisde, om een café of herberg te runnen Of hij Old Crab bij Oldham of in Manchester kreeg is onbekend. Hij had hem in Manchester en van daar stuurde hij hem meerdere malen voor een bezoekje naar Kitty. Het laatste bezoek was in 1850. Old Crab was een hond van ongeveer 8 of 9 lbs in gewicht, met een goed Terriër hoofd en ogen, maar met een lang lichaam dat overeen komt met een Schotch Terriër. Het hoofd, de snuit en de benen waren goud gekleurd, en de haren op het lichaam waren 7 tot 10 centimeter in lengte.
Kitty was een teefje van een ander type hond dan Old Crab. Ze was een Skye Terriër met hangende oren en veel vacht met een blauwe tint maar had geen goud op het lichaam. Net als Old Crab had ze geen stamboom. Ze werd uit Manchester gestolen en naar een zadelmaker in Huddersfield gestuurd die Jackson heette, die toen het bekend werd dat er in Manchester een 5 pond beloning voor haar werd uitgeloofd, haar naar een persoon met de naam Harrison stuurde zodat hij kon ontsnappen aan ontdekking. Van Harrison kwam ze in handen van J. Kershaw in Bisschop Blaise. Voorafgaand aan 1851, en dus voordat zij werd gestolen, had Kitty zes nesten die waarschijnlijk allemaal van Old Crab waren. In deze zes nesten kreeg ze zesendertig puppy's, achtentwintig hiervan waren reuen die het district bevoorraadde met een stijgend aantal dekreuen. Na 1851 toen ze uiteindelijk in het bezit van Mr. Jagger was gekomen kreeg ze nog vierenveertig puppy's, zodat ze een totaal van tachtig puppy's heeft gekregen.
Mr. Whittams teef, wiens naam onbekend is, was een Old English Terriër met een gouden hoofd, oren en benen, en een soort grauwe (blauwe) rug. Net als de anderen had ook zij geen stamboom. Ze werd naar Bernard Hartley van Allen Gate in Halifax gestuurd door een vriend die in Schotland woonde. Toen Mr Hartley genoeg van haar had gaf hij haar aan zijn Koetsier Mason, die haar op zijn beurt doorgaf aan zijn vriend Whittam. Whittam gebruikte haar voor fokdoeleinden. Hoewel dit teefje uit Schotland kwam, wordt geloofd dat haar ouders uit de omgeving kwamen.
De heer Ed Bootman, een bekende vroege liefhebber publiceerde een artikel in 'The English Stockeeper', die in 1887 werd geprint. In dit artikel gaf de heer Bootman een volledige beschrijving van de vroege honden die betrokken waren bij Huddersfield Ben's stamboom.
Mr. Bootman gaf dezelfde feiten aan Mr. Peter Coombs voor zijn artikel over het ras in 'The American Book of The Dog' gepubliceerd in 1891.
Mr. Coombs wordt geciteerd uit zijn boek...
"Deze geschiedenis, hoewel deze in 1887 werd gepubliceerd in The English Stockeeper is nooit publiekelijk in twijfel getrokken."
Mr. Coombs eerste Yorkie staat bekend als American Kennel Club kampioen Ch. Bradford Harry. Dit was een achterkleinzoon van Huddersfield Ben.
In 1891 spreekt Mrs. Foster van Bradford Hero, winnaar van 97 1e prijzen "de stamboom van Hero omvat de beste honden van haar dagen. Vijfendertig jaar geleden werden ze oorspronkelijk gefokt uit Scotch Terriers en als zodanig tentoongesteld tot een paar jaar geleden. De naam Yorkshire Terrier werd aan hen werd gegeven omdat het ras zo veel verbeterd was in Yorkshire."
De heer Sam Jessop heeft in zijn eerste boek uitsluitend geschreven over het ras, de Yorkshire Terriër, gepubliceerd in 1902 hij zegt: "Huddersfield Ben heeft de titel 'vader van de gebroken Haired Scotch' en 'Yorkshire Terriers' gekregen, stambomen van zijn nageslacht bewijzen dit. Hij was geen reclame materiaal, maar het resultaat van de producenten van het ras. Ben was helemaal in-cross en gaf de beste factoren aan zijn nageslacht door. Zijn verdiensten als showhond gaven hem een groot aantal verzoeken als dekreu, en gelukkig bezat hij de zeldzame eigenschap van de overdracht van zijn deugden aan zijn nakomelingen. Hij was een groot sire, een van die dieren die de geschiedenis van het ras heeft gesteld en wiens invloed duidelijk is in de generaties nadat zijn voorlopers zijn heengegaan".
Tot op de dag van vandaag stamt elke Yorkshire Terriër van hem af, meestal via tien van zijn zonen en een dochter. De meest prominente zijn Huddersfield Ben II, Old Royal, Emperor, Bismarc, Hirst's Peter, Bruce en zijn nest broer Mozart, de enige dochter is Old Alice.
Sky Terriër
Als eerste hebben we Skye Terriër welke als zodanig bekend was sinds 1576. Lange tijd bestonden er binnen dit ras twee soorten vacht;
De lange harde harige vacht, en de lange zijdeachtige vacht.
De toen toegestane kleuren waren donker of licht blauw, grijs of lichtbruin met zwarte punten. Met het verstrijken van de tijd ontstonden er hondententoonstellingen en werden zij allen getoond als Broken Haired Scotch Terriers zelfs degenen met de zijdeachtige blauw en gouden vacht.
Na verloop van tijd ontstond er een klasse voor alleen de Skye Terriër. Waarna wrijving ontstond tussen de Skye Terriër liefhebbers over de vraag welke vacht textuur juist was voor dit ras. Na veel twisten werden de zijdeachtige blauw en tan vachten, en alle blauwe zijdeachtige vachten niet meer toegestaan, deels omdat zij voortdurend de prijzen boven de harde gecoate hond wonnen.
De fokkers van de zijdeachtige vacht variëteiten wilden hun honden blijven tentoonstellen en blijven fokken. Daarom hernoemde ze de honden Clydesdale (blauw en tan) en Paisley (alleen blauw). Zo ontstonden twee nieuwe rassen. De Clydesdale draagt alle punten die de basis legde voor de Yorkshire Terriër. Zij hadden de juiste vacht textuur, de gewenste kleuren en hun juiste plaatsing.
Old English Terriër
In de 18e eeuw waren de English Old Terriërs ook bekend als de Black Terriër, deze was ontwikkeld in twee soorten, de Rough Coated Black Terriër en de Smooth Coated Black Terriër. De Rough Coated Black Terriër was kreeg deze naam in Engeland tijdens de 17e en 18e eeuw. De Smooth Coated Black Terriër was waarschijnlijk het gevolg van kruisen tussen de Rough Coated Black Terriër, andere Smooth-Coated Terriers en andere Smooth-Coated Engelse rassen. In de mid tot eind 18e eeuw werd het type Smooth Coated Black Terriër vastgesteld. De oude Engelse Terriër werd ontwikkeld en geselecteerd op basis van het werk waar het specifiek nodig voor was, en dit leidde tot variaties in lichaam, vacht en grootte.
Broken Haired Schotch Terriër
De Broken Haired Schotch Terriër, heeft zijn oorsprong in Schotland zoals word gesuggereerd door zijn naam, en is een lid van de groep Terriër. Wat niet word gerealiseerd, is dat er tot rond 1800 geen specifieke soorten Terriers waren. Ze werden losjes gegroepeerd als lange benen of korte poten. Elke regio fokte een eigen type, dat is hoe we nu de Cairn Terriër, de West Highland White, de Dandie Dinmont en de Schotse Terriër hebben. De Broken Haired Schotch Terriër wordt beschouwd als voorouder van de drie andere Terriers. De Dandie Dinmont was de eerste van deze Terriers om zich te onderscheiden als afzonderlijk ras. De overige drie waren gegroepeerd tot 1917, toen de Kennel Club van Groot-Brittannië kruising verbood. Er wordt aangenomen dat tot die tijd alle drie de typen konden worden gevonden in een één nest.
Wat voor ogen moet worden gehouden, is dat bij de vroegere fokpraktijken niets wetenschappelijk was.
Andere kleuren
Tegenwoordig komt de Yorkshire Terriër in verschillende kleuren voor. Doordat zijn voorouders niet allemaal uitsluitend Blue en Tan waren maar soms ook zwart, bruin of wit kwam het voor dat een pup niet de door de standaard voorgeschreven kleuren bevatte. Deze pups met andere kleuren werden zonder stamboom verkocht. Dit is door de jaren heen zo gegaan tot bijna 100 jaar na het verkrijgen van de officiële naam, een pup met wit werd geboren in een nest bij een fokker die dit wel erg mooi vond en met deze hond een selectief fokprogramma is gestart. Door een recessief gen die steeds was overgedragen op het nageslacht, zijn ook de andere kleuren ontstaan. Wij hopen met het oprichten van deze vereniging deze verschillende kleuren, net als de Yorkshire Terriër erkent zullen worden door Ministeries en organen als FCI, AKC en VDH.
2016 © Webmaster International Union of the Yorkshire Terriër Varieties